Doordat de gehele bronregistratie in de GGZ vanaf 1 januari is veranderd, worden interne planning en control veel onzekerder. De hele organisatie moet anders gaan registreren, dus de structuur van de data verandert ook. Dat betekent dat het onmogelijk wordt om 2022 te vergelijken met eerdere jaren.
Stel dat je in februari ontdekt dat je omzet 20% lager is dan vorig jaar, komt dat dan omdat je achterloopt in de nieuwe registratie of door een structurele afwijking? En, in hoeverre kan er gestuurd worden op cliëntgebonden tijd bij het wegvallen van indirecte tijd uit het bronsysteem? Zonder goede data zijn dat soort vragen onmogelijk te beantwoorden.
ZPM Stuurinformatie - Prestatiekaart
Om GGZ-instellingen al vanaf 1 januari 2022 inzicht te geven in hun omzet en productie, heeft ValueCare de DBC-data omgezet naar ZPM-data. We hebben daarbij de gegevens vóór invoering van het ZPM al in de nieuwe datastructuur gegoten. Je kunt vanaf dag één de registratie in de nieuwe vorm zien, ook afgezet tegen voorgaande jaren. Daardoor behoud je als instelling inzicht in je oude data én kun je direct zien wat er in 2022 afwijkt ten opzichte van 2021. Ook zijn er methoden ontwikkeld om te blijven sturen op gerealiseerde uren bij het wegvallen van registratie indirecte tijd.
De prestatiekaart vangt alle nieuwe risico’s in het ZPM, en is nu al beschikbaar:
Productiviteit in het Zorgprestatiemodel
In het Zorgprestatiemodel behoort indirecte tijdregistratie tot het verleden. Dit brengt een uitdaging met zich mee, omdat de setting waarin een behandelaar actief is bepalend is voor de in het EPD zichtbare uren. ValueCare ondersteunt hierin door een instelbare norm indirecte tijd per consult beschikbaar te stellen. Deze normtijd wordt in de bepaling van o.a. het productiviteitspercentage toegekend aan de gerealiseerde consulten van de betreffende medewerker. Zodoende hoeft de organisatie in de begroting geen verbijzonderingen toe te passen voor de verdwenen indirecte tijd. Ook wordt dit als een eerlijke methode ervaren, omdat de caseload (de setting is immers gekoppeld aan de cliënt) niet bepalend is voor de mate waarin een medewerker productief kan zijn.
Gemiddelde gedeclareerde consult uurprijs
Het Zorgprestatiemodel introduceert vier nieuwe grootheden die de waarde van de behandelomzet bepalen: de setting, het type consult, het beroep van de medewerker en de tijdstaffel van het consult. De uiteindelijke mix die hieruit resulteert is bepalend voor de gerealiseerde omzet.
Door de gegevens uit 2021 te simuleren en automatisch als norm voor 2022 te tonen, is het mogelijk koers te varen op ieder van deze afzonderlijke grootheden. Tegelijkertijd hebben we de “gemiddelde gedeclareerde consult uurprijs” in beeld op de prestatiekaart, die de impact van de mix consulten samenvat in één kengetal. Deze indicator geeft in één oogopslag aan of omzetdoelen behaald kunnen worden, én een verdiepend dashboard op de vier bepalende grootheden biedt handvatten om direct bij te sturen op de mix van consulten om het tij indien nodig te keren.
Routine outcome measurements (ROM)
Zodra de DBC-systematiek stopt, vervalt tevens het raamwerk voor het rapporteren van ROM. ValueCare heeft in samenwerking met kwaliteitsfunctionarissen binnen diens netwerk een nieuw raamwerk ontworpen voor de ZPM zorgtrajecten. Voor – en nametingen, tussenmetingen (met instelbaar interval) en hieruit op te maken delta-T scores zullen in januari 2021 beschikbaar zijn in het ValueCare portaal. Dit maakt het mogelijk om behandeluitkomsten goed te monitoren, en op te hangen aan de nieuwste “kapstok” van aanvang en einde van behandeling: het zorgtraject. Ook krijgt de kwaliteitsfunctionaris het roer in handen om naar eigen inzicht ROM-vragenlijsten te koppelen aan diagnoses waarvoor deze toepasselijk zijn.