
Meer rust in de spreekkamer dankzij de Digitale Assistent – zo pakken de specialisten in het HagaZiekenhuis dat aan
Sarah van Oord-Bosselaar is longarts in het HagaZiekenhuis. Zij is als een van de eerste specialisten van het HagaZiekenhuis gestart met de Digitale Assistent van ValueCare en ziet grote voordelen in de spreekkamer.
Jullie zijn als longartsen de eerste vakgroep die gestart zijn in het HagaZiekenhuis, wat was daarvoor de aanleiding?
“Ik heb een sterke interesse in digitalisering en ben erg bezig met AI-oplossingen. Ik wil bijblijven - ik ga dit werk nog tot 2052 doen. Daarom heb ik me verdiept in AI in de zorg. Toen ik de Digitale Assistent van ValueCare ontdekte, zag ik meteen de potentie om tijd te besparen én registratie te verbeteren, want daar loopt het in ziekenhuizen mis.”
Hebben jullie verschillende spraakherkenningsoplossingen voor verslaglegging overwogen?
“Zeker. Net als veel andere ziekenhuizen twijfelden wij tussen verschillende aanbieders. Ik heb ook andere tools getest en vond die best goed werken. ValueCare heeft als voordeel ten opzichte van andere oplossingen dat hun uitgangspunt is om de registratie te verbeteren.”
Wat sprak je zo aan in de Digitale Assistent van ValueCare?
“De geïntegreerde aanpak. Het gaat verder dan alleen speech-to-text; je krijgt ook automatische registratie van verrichtingen. Ik ben daar enthousiast over. Dat LLM-model voor spraakherkenning is niet het moeilijkste deel. De echte uitdaging zit in de koppelingen, verrichtingen en dat soort zaken.”
Hoe loopt het nu met de registratie binnen jullie vakgroep?
“In de haast van het spreekuur is registreren vaak een uitdaging. De DBC registratie bijvoorbeeld. Wij hebben vaak oudere patiënten die veel mankeren. Bij mij komen ze bijvoorbeeld voor slaapapneu, maar dan hebben ze ook nog COPD waarvoor ze jaarlijks op controle komen. Soms vergeet je dan een parallelle DBC te openen. Je moet er nu veel tijd insteken om die registraties te corrigeren. Dat is geen leuk werk, maar wel belangrijk om ook zichtbaar te maken wat we doen. Ik hoop dat de Digitale Assistent dat steeds meer voor ons gaat oplossen.”
Hoe is het om met de Digitale Assistent aan de slag te gaan op de poli?
“Net voor de patiënt binnenkomt, zet ik het alvast klaar. Ik leg uit aan de patiënt wat we gaan doen met spraakondersteuning en dat ik niet meer zou hoeven typen. De patiënten reageren heel positief, niemand heeft daar tot nu toe bezwaar tegen gehad. Sommige patiënten vinden het zelfs leuk om te zien hoe het verslag eruitziet. Nadat de patiënt weg is druk ik op de knop om het verslag te genereren. Dat duurt wel even, want ik heb lange consulten van soms meer dan 20 minuten. Ik hoop dat dat met de ontwikkeling van deze technologie steeds sneller zal gaan.“
Wat vind je van de verslagkwaliteit van de Digitale Assistent?
“Redelijk goed, soms zelfs te uitgebreid. Bijvoorbeeld standaardzinnen over vaccinaties of atopie staan er bij iedereen in, terwijl dat lang niet altijd relevant is. Maar wat hij wel doet, als ik bijvoorbeeld gezondheidsadviezen geef, dan neemt hij die over terwijl ik daar zelf geen aantekening van had gemaakt. Dat maakt het verslag meer compleet. Er is nog wel ruimte voor verbetering van de verslaglegging, maar ik vertrouw erop dat dit steeds beter gaat worden. Elke week krijg ik een update van ValueCare met de nieuwste aanpassingen.”
Zijn er dingen die je anders doet nu je weet dat je gesprek wordt opgenomen?
“Ik benoem explicieter waar de patiënt voor komt. Dat helpt bij het genereren van het verslag. Verder pas ik mijn taalgebruik niet aan en blijf praten op het niveau dat ik normaal gesproken praat, passend bij de doelgroep.”
Waar ben je vooral heel blij mee?
“Het brengt mij veel rust in de spreekkamer, omdat ik mij kan richten op de patiënt. Dat had ik van te voren niet verwacht. Het geeft meer rust om niet alle details direct te hoeven in te typen, over alle symptomen van de patiënt omdat het anders teveel is om te onthouden.”
Waar kijk je naar uit in de verdere ontwikkelingen van de Digitale Assistent?
“Ik zie veel potentie voor het gebruik van de Digitale Assistent tijdens visites op de afdeling. En ik kijk uit naar de nieuwe ontwikkelingen die eraan komen. Vooral die voor automatische ordergeneratie, betere koppelingen met het EPD, en integratie van longfunctiegegevens. Nu moeten we die nog met de hand overtypen — dat is foutgevoelig en tijdrovend. Als dat straks geautomatiseerd wordt, gaat het een wereld van verschil maken.”
Wat zou jij andere artsen adviseren die hier nieuwsgierig naar zijn?
“Gewoon uitproberen. Zeker bij standaardconsulten, zoals hoestklachten, levert het snel winst op. Bovendien brengt het rust in de spreekkamer. Je bent meer met de patiënt bezig.”
